Geef arme kinderen een toekomst
‘In Nederland leeft 1 op de 9 kinderen in armoede. De ouders hebben dan te weinig geld om bijvoorbeeld eten, drinken of kleding te kopen. Ook kan het zijn dat het kind geen lid kan worden van een sportclub, niet mee kan op een schoolreisje of er geen geld is om een verjaardag te vieren. Ouders met geldproblemen hebben vaak last van stress. En dat kan ervoor zorgen dat de kinderen zich ook niet goed voelen’, (Kinderombudsman 2019).
Het Centraal Planbureau ( 2017) stelde vast, dat 8,1 procent (272.000) van de kinderen tot en met 12 jaar in armoede leeft. In Nunspeet zou het om 490 (geregistreerde) kinderen gaan.
Het verbeteren van het welzijn van kinderen die leven in armoede is een opdracht voor de gemeenschap. Een scheve verdeling van welvaart heeft voor deze kinderen grote gevolgen. Het is een investering in solidariteit en een duurzame samenleving én een kwestie van beschaving.
Essentieel voor de hulpverlening is een effectieve aanpak ‘armoede op maat voor kind en gezin’ en samenwerking van alle disciplines: onderwijs, gezondheidszorg, schuldsanering, toeleiding naar werk. De schaarse financiële middelen, waaronder de door het Rijk voor het kind geoormerkte ‘Kleinsmagelden’, anders dan in Nunspeet gebeurt, dienen ook daadwerkelijk geheel aan kinderen te worden besteed.
Er kan nog veel gewonnen worden als er structureel aandacht wordt besteed aan het signaleren van ‘verborgen armoede’* bij kinderen.
In het beleidsplan preventie jeugdbeleid 2019-2022 Nunspeet, is de beschreven hulpverlening voornamelijk gerelateerd aan gezondheid- en gedragsproblematiek.
Er is vooralsnog geen duidelijke link gelegd naar preventieve hulp aan jongeren die te kampen hebben met existentiële problematiek als gevolg van verborgen armoede. Het lijkt me noodzakelijk dat in dit kader de samenwerking tussen onderwijs, zorg en hulpverlening verbeterd wordt.
Verborgen armoede bij kinderen signaleren, toetsen, en aanpakken.
Een structurele aanpak, aan de hand van een toetsingskader, een lijst met onderwerpen die een armoedesignaalfunctie hebben, te gebruiken in onderwijs, de zorg, sportclubs , bij de voedselbank , buurthuis of door de huisarts kan daarbij behulpzaam zijn om zonodig met ouders in gesprek te gaan en hulp te bieden.
De meeste ouders zullen het belang van hun kind vooropstellen en steun en hulp aanvaarden. Laagdrempelige voorzieningen kunnen stigmatisering voorkomen.
Hans Tijmes, PvdA/Groenlinks Nunspeet
(*) Een kind: ‘ik laat het niet merken dat wij arm zijn’ ‘soms doe ik op school niet mee omdat het geld kost, dat maakt me verdrietig